Denk je dat het overtollige vet in je lichaam gewoon een hoopje blubber is? Mis! Het is een actief orgaan dat hormonen maakt, de honger regelt en een bron is van energie. En het kan ook je stofwisseling danig in de war schoppen.
Liesbeth van Rossum is internist en endocrinoloog en Mariette Boon is internist in opleiding en onderzoeker naar bruin vet. Zij scheven samen het boek 'Vet belangrijk!'. En ze weten alles over lichaamsvet en hoe je dat kunt beïnvloeden. Want dat is gelukkig ook mogelijk. Hoe dat werkt, hoor je in de podcast Gezond Gesprek met Van Rossum en Boon. De twee artsen vertellen wat het nut is van ons vetweefsel, hoe je vet kunt verbranden, wat er gebeurt als we dikker worden, waarom bruin vet zo gunstig is en waarom te weinig calorieën zelf averechts kan werken.
Luister de podcast:
Lichaamsvet is niet zomaar vet. Er gebeurt heel veel in ons vetweefsel. Heel lang dachten we dat vet geen noemenswaardige rol had in het lichaam, dat het alleen maar een soort opslag van energie was en als stootkussen functioneerde. Maar dat is nu wel anders. Van Rossum en Boon leggen uit dat het begon met de ontdekking van vethormonen. Het vet in je lichaam blijkt hormonen te kunnen aanmaken die invloed hebben op je stofwisseling. Van Rossum: "Bij veel lichaamsvet maak je bijvoorbeeld veel van het hormoon leptine aan. Leptine regelt onder andere je eetlust. Bij te veel lichaamsvet kan het zijn dat je zoveel leptine aanmaakt dat je lichaam er ongevoelig voor wordt en je eetlust dus verstoord raakt."
Je vindt het misschien niet zo mooi, maar wat vet op de heupen is niet zo’n punt, leggen Van Rossem en Boon uit. Van Rossum: "We moeten juist oppassen voor het vet op de buik. Het buikvet maakt schadelijke stoffen aan. Dit zijn een soort ontstekingsstofjes die allerlei ziekten kunnen veroorzaken en die voortdurende actie vragen van het immuunsysteem. Zo kan je immuunsysteem overbelast raken en wordt je gevoeliger voor infecties."
Te veel vet is niet goed voor het lichaam, maar te weinig ook niet. Het vetweefsel speelt namelijk ook een rol bij de aanmaak van vrouwelijk geslachtshormonen, leggen Van Rossum en Boon uit. De regulatie van je menstruatiecyclus heeft hiermee te maken of bij jonge meiden het op gang komen van de puberteit. Heb je te weinig vet dan raken deze processen verstoord. Vet heeft dus wel degelijk een belangrijke rol en streven naar heel skinny is ook niet de oplossing.
Dik worden van stress kan, aldus Van Rossum. En dan heeft ze het vooral over chronische stress. Bijvoorbeeld door gedoe op je werk, slaaptekort of voortdurend pijn hebben. Je lichaam maakt dan constant het stresshormoon cortisol aan. En dat kan nadelig zijn voor je lichaam. Van Rossum: "Juist cortisol kan zorgen voor vetopslag in de buik, een hogere bloeddruk en diabetes. Uit onderzoek blijkt ook dat sommige mensen met overgewicht een hoog cortisolgehalte hebben. Bij hen zou hier een oorzaak voor het overgewicht kunnen liggen. Stressvermindering is dan belangrijk."
Van Rossum en Boon zijn ervan overtuigd: het advies gewoon wat minder eten, helpt niet voor iedereen. Er zijn zoveel factoren die invloed hebben op of iemand te dik wordt of niet. Het heeft niet alleen te maken met hoeveel je eet. Het kan genetisch bepaald zijn, het kan te maken hebben met stress, met de hoeveelheid die je slaapt, met je biologische klok. Het is volgens Van Rossum belangrijk om goed te herkennen waar de oorzaak ligt. "Aanpassing van leefstijl en gezond gaan eten is altijd belangrijk, maar als je merkt dat die aanpassing niet helpt, moet je kijken wat er aan de hand is. Misschien dat dan medicijnen uitkomst kunnen bieden? Er zijn een aantal goede medicijnen in ontwikkeling die mogelijk een oplossing gaan bieden voor sommige mensen."
"Streng diëten werkt niet op den duur", legt Boon uit. "Omdat bij een crashdieet de honger- en verzadigingshormonenverstoord raken. Uit onderzoek blijkt dat een jaar na een crashdieet die hormonen nog steeds verstoord zijn. Daardoor komen veel mensen met 'rente' aan. Ook kan door een crashdieet de verbranding verstoord raken. Die komt op een lager peil." Er zijn studies gedaan met mensen die mee hebben gedaan aan een extreem afvalprogramma in de Verenigde Staten. Ze vielen wel tot 60 kilo af binnen 30 weken. Maar het bleek dat ze 6 jaar later nog steeds een verminderde verbranding hadden. Voor zulke mensen is het volgens Van Rossum topsport om op gewicht te blijven. Ze moeten elke dag enorm veel bewegen om het lage gewicht te behouden. Geleidelijker afvallen maakt niet zo’n inbreuk op de systemen in je lichaam.
Van Rossum en Boon krijgen in hun werk dagelijks te maken met mensen met overgewicht. Ze vragen daarom ook aandacht voor het begrip 'fatshaming', oftewel vooroordelen over en discriminatie van dikke mensen. Volgens hen is dat de laatste vorm van sociaal geaccepteerde discriminatie. "Het wordt daarom hoog tijd dat we als maatschappij wat meer respect tonen voor mensen die worstelen met hun gewicht", zeggen ze.