Diabetes type 2 kenmerkt zich door zogenaamde insuline resistentie. Dit betekent dat de cellen in het lichaam een beetje 'insuline moe' zijn. De cellen luisteren niet meer naar insuline, de portier, en laten glucose niet meer binnen. Dit is dus anders dan bij Diabetes type 1 waar geen of bijna geen insuline meer aanwezig is. In beide gevallen is het resultaat hetzelfde; de bloedsuiker spiegel loopt op.
Toch is de behandeling anders. Bij type 1 ontkom je niet aan een minimale dosering insuline. Insuline is er gewoon niet dus je moet het van buitenaf bij spuiten. Bij type 2 is insuline er wel, maar het 'werkt' niet goed. Het gevolg is dat de alvleesklier van een patient met type 2 nog meer insuline gaat aanmaken. Het lukt dan om (tijdelijk) de bloedsuiker spiegel te verlagen. Maar een directe consequentie is meer gewichtstoename. Insuline houdt namelijk ook gewicht vast. Mensen met type 2 hebben dan ook vaak overgewicht. Van (teveel) insuline wordt je te zwaar. Het belangrijkst in het genezen van diabetes type 2 is je alvleesklier rust geven en zorgen dat deze niet vaak en veel insuline hoeft aan te maken.Als er minder insuline aangemaakt wordt dan val je makkelijker af en worden de cellen weer wat gevoeliger voor de boodschap van insuline.
LAS DUS EEN PAUZE IN VOOR DE ALVLEESKLIER!
Die rust creeer je door de inname van gezonde voeding waardoor de alvleesklier minder 'gepushed' wordt om insuline constant aan te maken. Die rust is heel belangrijk. Zonder rust raakt de overbelaste alvleesklier echt 'burned-out'. Hij functioneert helemaal niet meer. In de alvleesklier zie je dan vervetting optreden. Dat is het moment dat de patiënt met type 2 toch insuline van buitenaf nodig heeft. Maar onderzoek laat zien dat je die vervetting kan genezen. De alvleesklier kan je dus door rust te geven genezen! Diabetes 2 is dus omkeerbaar!
Dit kan door anders te eten en minder vaak te eten. Ook door het verminderen van stress, het verbeteren van slaap, meer bewegen en meer spiermassa te kweken. Daarom focussen we bij Club Diabetes op al deze pijlers!
1. Aanpassing van je voeding
• Minderen van de totale hoeveelheid (snelle)koolhydraatinname.
• Meer gezonde eiwitten en meer gezonde vetten
• Minder vaak eten of periodiek vasten.
2. Aanpassing van je spieren en vaker bewegen
• Meer kastruimte in je spieren kweken
(voor suiker of glucose in de vorm van glycogeen).
• Meer glucose verbranden.
3. Minder stress (en beter slapen)
Minder suikers en geraffineerde koolhydraten
Insuline stijgt het meeste in reactie op suikers en snelle koolhydraten. Het eerste wat je kunt doen is hiervan minder eten. Dat is de kracht van een koolhydraatarme maaltijd. Er komt veel minder glucose de bloedbaan en de cel in. Ons lichaam is als een herberg. Minder 'glucose gasten' zorgt dat de herberg niet meer overspoeld wordt met teveel gasten (teveel glucose). Voedingsmiddelen die bestaan uit geraffineerde koolhydraten veroorzaken ongewenste hoge pieken in de bloedsuiker- en insulinespiegel. De herberg wordt overspoeld. Insuline kun je zien als de portier van de herberg. Insuline moet te vaak en teveel aan de bak met al die aanwas van gasten. Insuline raakt overbelast en kan zijn werk niet meer goed doen.
Je ziet dat deze aanpak iets anders is dan gewoon MINDER eten. Minder eten, of op een streng dieet, werkt wel, maar niet blijvend. Veel mensen komen toch weer aan. Omdat men ook minder eiwitten en vetten blijft er constant een onverzadigbare honger. Eiwitten en vetten stimuleren namelijk hormonen in onze darm die zorgen dat we verzadigd zijn, geen honger meer hebben. Als we hier te weinig van eten krijgen we zin om tussendoor te eten (liefst ongezonde snacks).
Belangrijk is dus om veel meer naar KWALITEIT van voeding te kijken en veel minder naar KWANTITEIT.
Dit onderdeel is voor mensen toch moeilijk te bevatten. Velen hebben jarenlang gehoord dat je mager moet eten. Je ziet, de wetenschap is constant in beweging. We komen er nu achter dat juist gezonde vetten (bijvoorbeeld in Griekse yoghurt 10%) een remmende werking hebben op de opname van suikers; ze zorgen dus juist voor minder stijging van de suikerspiegel! Natuurlijk is het nog steeds belangrijk om te zorgen dat je geen ongezonde vetten uit bijvoorbeeld frituurvet eet.
Minder vaak eten
Het is belangrijk dat de insulinespiegel de tijd heeft om tussen de maaltijden door te dalen, of op zijn minst ’s nachts. Dit gebeurt niet als je regelmatig snoept of tussendoortjes neemt. Dan blijft de insulinespiegel te lang hoog. Daarom vasten veel mensen met of zonder diabetes tegenwoordig. Door de abrupte stop aan inname van glucose, kunnen de cellen zich even ‘legen’. Insuline-injecties zijn dan niet nodig en de eigen aanmaak van insuline daalt. Vasten is echt voor gevorderden, maar begin alvast zelf door gewoon 3 keer per dag te eten en niet vaker. Je zult zien dat het gemakkelijker gaat omdat je wel eiwitten en gezonde vetten mag eten. Het eten vult je maag nu echt en je bent dus veel meer voldaan.
Aanpassing spieren
Het helpt om te zorgen dat je lekker veel spieren hebt. Hoe meer spierweefsel je hebt, hoe meer plek er is voor opslag van glucose in de vorm van glycogeen in dat spierweefsel. Spieren zijn dus een mooie opruimkast voor glucose. Mannen hebben van nature meer spierweefsel dan vrouwen: meer ruimte voor glycogeen dus. Een goede manier om je vetpercentage te verminderen is zorgen dat je een paar keer per week spierversterkende oefeningen doet. Hierdoor houd je je spierinhoud groot waardoor er veel van je energie in je spieren opgeborgen kan worden en minder in je vetweefsel. Dit is wat in de wereld van bodybuilding ‘droog-trainen’ heet. Je krijgt zoveel spiermassa, en dus zoveel opbergmogelijkheden, dat je vetweefsel praktisch weg-getraind wordt.
Minder stress
Een verhoogd stresshormoon of cortisol zorgt voor een verhoogde bloedsuikerspiegel. Als je die suikers niet gebruikt, blijven ze rond dwarrelen in je bloed en dit veroorzaakt weer suikerpieken. Je kunt dus ook verhoogde suikers krijgen door stress? Ja: alle patiënten met diabetes weten dit!
De hoogte van onze insulinespiegel wordt dus bepaald door onze bloedsuikerspiegel. Die wordt beïnvloedt door stress, kwaliteit van slaap, de hoeveelheid en het soort koolhydraat dat we eten, hoeveel vezels erin zitten en hoe onze darmbacteriën die koolhydraten verteren.
Om onze alvleesklier te herstellen moeten we zorgen dat beter slapen, minder stress hebben en voeding eten die minder reactie geeft op insuline. Dus minder suikers en zetmeel en snelle koolhydraten. Voor een lekker vol gevoel mogen we wel gezonde eiwitten en gezonde vetten eten.